Heeft het zin om te demonstreren? In zijn proefschrift heeft Rimko van der Maar onderzoek gedaan naar de spanning tussen de publieke opinie en het standpunt van de Nederlandse regering met betrekking tot de oorlog in Vietnam. Op welke manier heeft 'de straat' het parlement en de regering onder druk gezet? Hoe is het politieke debat verlopen? Welke rol speelden de media in het onder druk zetten van de regering?
De conclusie is dat de regering altijd achter de Amerikaanse aanwezigheid in Vietnam heeft gestaan, maar dat dat zeker niet probleemloos ging. Zowel het kabinet-Cals, De Jong als het kabinet-Biesheuvel was bij vlagen onzeker over wat het met de maatschappelijke kritiek aanmoest. Dat wil echter niet zeggen dat de druk op de regering vooral het gevolg was van protestacties of demonstraties. Zij speelden weliswaar indirect een rol, maar uit dit onderzoek blijkt dat er al vrij vroeg - mede door de politieke onrust van die tijd - ook in politieke kringen kritiek was op de Amerikaanse interventie in Vietnam.
Echt massale oppositie tegen de oorlog ontstond pas in de jaren zeventig, stelt Van der Maar in De Volkskrant van vandaag. In 1968 staakte president Johnson de bombardementen op Noord-Vietnam, daarna besloot zijn opvolger Nixon de Amerikaanse troepen gelei-delijk terug te trekken en de oorlog te 'Vietnamiseren'.
Vooral de hervatting van de bombardementen op Noord-Vietnam, vlak voor Kerst-mis 1972, wekte in Nederland veel woede en onbegrip. De Amerikanen hadden Viet-nam in feite al opgegeven, stelden de critici, en gebruikten nu excessief geweld om een eervolle aftocht te bereiken. In december 1972 demonstreerden vijftig- tot honderdduizend Nederlanders tegen de 'kerstbombardementen'.
Welterusten meneer de president, Nederland en de Vietnamoorlog 1965-1973. Boom, Amsterdam. ISBN 9789085063 513; 294 blz. € 19,50
Bron: De Volkskrant 27 jnauri 2007
De conclusie is dat de regering altijd achter de Amerikaanse aanwezigheid in Vietnam heeft gestaan, maar dat dat zeker niet probleemloos ging. Zowel het kabinet-Cals, De Jong als het kabinet-Biesheuvel was bij vlagen onzeker over wat het met de maatschappelijke kritiek aanmoest. Dat wil echter niet zeggen dat de druk op de regering vooral het gevolg was van protestacties of demonstraties. Zij speelden weliswaar indirect een rol, maar uit dit onderzoek blijkt dat er al vrij vroeg - mede door de politieke onrust van die tijd - ook in politieke kringen kritiek was op de Amerikaanse interventie in Vietnam.
Echt massale oppositie tegen de oorlog ontstond pas in de jaren zeventig, stelt Van der Maar in De Volkskrant van vandaag. In 1968 staakte president Johnson de bombardementen op Noord-Vietnam, daarna besloot zijn opvolger Nixon de Amerikaanse troepen gelei-delijk terug te trekken en de oorlog te 'Vietnamiseren'.
Vooral de hervatting van de bombardementen op Noord-Vietnam, vlak voor Kerst-mis 1972, wekte in Nederland veel woede en onbegrip. De Amerikanen hadden Viet-nam in feite al opgegeven, stelden de critici, en gebruikten nu excessief geweld om een eervolle aftocht te bereiken. In december 1972 demonstreerden vijftig- tot honderdduizend Nederlanders tegen de 'kerstbombardementen'.
Welterusten meneer de president, Nederland en de Vietnamoorlog 1965-1973. Boom, Amsterdam. ISBN 9789085063 513; 294 blz. € 19,50
Bron: De Volkskrant 27 jnauri 2007
Geen opmerkingen:
Een reactie posten