24 februari 2007

Een rode ster met een machinegeweer



In Duitsland staat na dertig jaar de Rote Armee Fraktion, alias de Baader-Meinhofgroep, weer ter discussie. Een overbodige discussie, vindt historica Bettina Röhl, dochter van Ulrike Meinhof, aangezwengeld door links dat zijn geweten wil sussen. Een interview in NRC Handelsblad van vandaag.

De linkse Rote Armee Fraktion (RAF) voerde vanaf begin jaren zeventig als stadsguerrilla een gewapende strijd tegen de Duitse staat. De terroristen verafschuwden het kapitalisme, zagen de Duitse overheid als een onderdrukkingsmachinerie en ageerden tegen het feit dat oud-nazi's nog belangrijke maatschappelijke functies bekleedden. Vierendertig mensen kwamen door kogels van de RAF om het leven. Onder het logo van de RAF, een rode ster met een machinegeweer, opereerden tussen 1970 en 1998 drie generaties terroristen. De eerste, geleid door Andreas Baader en Ulrike Meinhof, was actief van 1970 tot 1972. Na hun arrestatie probeerde een tweede generatie met gewelddadige acties hun vrijlating te forceren. Een derde generatie pleegde in de jaren '80 en '90 diverse aanslagen.

De terreur bereikte een piek in het najaar 1977 met de moord op openbaar aanklager Siegfried Buback, werkgeversvoorzitter Hanns-Martin Schleyer en bankier Jürgen Ponto. Brigitte Mohnhaupt, die volgende maand vervroegd vrijkomt, en Christian Klar, die een gratieverzoek heeft ingediend, waren kopstukken van de tweede generatie. Naast hen zitten nog twee voormalige RAF-leden gevangen: Eva Haule, die mogelijk deze zomer vervroegd vrijkomt, en Birgit Hogefeld.

Bron: NRC Handelsblad 24 februari 2007

Geen opmerkingen:

Nieuws Nu