Het beeld van Rotterdam is in de afgelopen dertig jaar 180 graden gekanteld. Rond de jaren zeventig verkeerde de stad in een ware identiteitscrisis. Na de afronding van de wederopbouw werd de binnenstad als leeg en ongezellig ervaren. De stad die gedurende het interbellum en de jaren vijftig/zestig nog trots de grootstedelijke predikaten zakelijk, dynamisch en modern uitdroeg, kreeg rond 1970 last van koudwatervrees. Rotterdam was opeens een kille stad zonder hart. Tekenend voor deze houding was de grote manifestatie C70 waarmee vijfentwintig jaar wederopbouw werd gevierd. De binnenstad werd vol gezet met kraampjes, paviljoentjes, koepeltjes, cafeetjes, kortom een reeks goedbedoeld - en steevast met verkleinwoorden aangeduid -straatmeubilair, waaraan de Coolsingel nu nog te lijden heeft. Rotterdam wilde even helemaal geen grootstedelijk imago meer. Nog geen tien jaar later begon dit beeld al weer terug te kantelen.
In haar dissertatie Dromen van een Metropool, de creatieve klasse van Rotterdam 1970-2000 onderzoekt Patricia van Ulzen hoe het huidige grootstedelijke beeld van Rotterdam in de jaren tachtig werd voorbereid door een handjevol creatieve ondernemers. Het laat overtuigend zien waartoe de creatieve klasse in staat is.
Bron: Archined
In haar dissertatie Dromen van een Metropool, de creatieve klasse van Rotterdam 1970-2000 onderzoekt Patricia van Ulzen hoe het huidige grootstedelijke beeld van Rotterdam in de jaren tachtig werd voorbereid door een handjevol creatieve ondernemers. Het laat overtuigend zien waartoe de creatieve klasse in staat is.
Bron: Archined
Geen opmerkingen:
Een reactie posten